Zondag 14 oktober kiezen we wie er de komende zes jaar ons zal vertegenwoordigen in de 300 gemeenteraden en vijf provincieraden in Vlaanderen. Maar hoe doet u dat, stemmen? Mag ik een "stemfie nemen"? Wat moet er, wat mag er en wat mag niet?
Vergeet, voor u vertrekt, uw identiteitskaart niet, uw oproepingsbrief en eventueel de volmacht als u voor iemand anders stemt. Wie ziek is, moet werken of studeren, in de cel zit of in het buitenland, kan zo'n volmacht aanvragen. U moet dan wel de juiste attesten van bijvoorbeeld de dokter of werkgever kunnen voorleggen.
Ruim 4,8 miljoen Vlamingen moeten zondag naar het stemhokje. Moeten, want er is opkomstplicht.
Geldig, blanco, ongeldig?
Geldig stemmen doet u zo. Ofwel geeft u een lijststem. U duidt het bolletje naast de partij van uw voorkeur aan. U gaat daarmee ook akkoord met de volgorde van de lijst. Ofwel geeft u één of meer voorkeurstemmen.
U hoopt dat vooral die kandidaat verkozen raakt, los van de plaats op de lijst. U mag dat combineren met een lijststem, maar die vervalt dan. U heeft namelijk maar één stem. U moet ook binnen dezelfde partij blijven.
Stemmen op meerdere kandidaten van verschillende partijen heet panacheren en dat mag niet. Het maakt uw stem ongeldig. Voor de gemeenteraad op een andere partij stemmen dan voor de provincieraad kan uiteraard wel.
Moet ik gaan stemmen?
Een verkiezingsdag is een hoogdag voor de democratie. U moet daar bij zijn. 't Is te zeggen: u moet komen opdagen in het stembureau. België kent geen stemplicht, maar dus wel opkomstplicht.
Als u wegblijft zonder geldige reden, kan de politierechter u een berisping geven of een boete van 30 tot 60 euro. Wie meerdere verkiezingen na elkaar niet komt opdagen, riskeert een boete tot 150 euro. U kan dan ook geschrapt worden van de kiezerslijsten en benoemingen of bevorderingen bij de overheid mislopen.* Al vervolgt het gerecht thuisblijvers zelden.
Potlood of chipkaart?
163 Vlaamse gemeenten stemmen op 14 oktober elektronisch. Dat is meer dan de helft en 12 gemeenten meer dan in 2012. Vlaanderen kiest dus steeds meer voor de stemcomputer en dat in tegenstelling Wallonië. Daar is de computer buiten gegooid en wordt opnieuw overal met potlood en papier gestemd. Net als in Nederland vindt de politiek er elektronisch stemmen niet volledig betrouwbaar en ook te duur.
Er zijn twee generaties stemcomputers in omloop. Maar de manier van stemmen is dezelfde. U krijgt in het stembureau één chipkaart.
Daarmee kan u voor de gemeente én de provincie stemmen (en in Antwerpen ook voor de districtsraden). Als u die kaart in het stemhokje in de computer stopt, kan u eerst kiezen voor een partij. Daarna verschijnen de kandidaten.
Wie zich vergist, geen nood: de computer vraagt bevestiging. Na afloop (van de twee of drie stemmingen dus) geeft u de kaart af aan de voorzitter van het stembureau.
U krijgt ook een ticket, met uw stem en een QR code. Die scant u, waarna u het ticket in de stembus stopt. Elektronische stemmers kunnen blanco stemmen, maar niet ongeldig. Dat kan wel met potlood en papier. Die kiezers krijgen twee stembrieven: één voor de gemeente en één voor de provincie.